Bevestiging dat terugleveren vanaf 2027 niets meer oplevert
Het is een harde klap voor huishoudens met zonnepanelen: vanaf 2027 levert het terugleveren van zonnestroom vrijwel niets meer op. Meerdere energieleveranciers hebben nu bevestigd dat de vergoeding voor teruggeleverde energie zo laag wordt, dat het financieel amper nog iets waard is. De terugleverkosten kunnen in bepaalde gevallen zelfs hoger komen te liggen dan de terugleververgoeding waardoor terugleveren aan het net zelfs geld kan gaan kosten!
De salderingsregeling, die het nu nog aantrekkelijk maakt om stroom aan het net te leveren, houdt in 2027 op. Met die regeling krijg je voor elke kilowattuur die je teruglevert hetzelfde tarief als wat je betaalt, vaak rond de 24 cent. Maar straks is dat verleden tijd. Een grote leverancier maakte al eerder bekend slechts 0,25 cent per kilowattuur te gaan betalen, en nu heeft een tweede speler aangekondigd nog maar 0,3 cent te vergoeden. Voor een huishouden met tien zonnepanelen, dat jaarlijks zo’n 2380 kilowattuur teruglevert, betekent dit een schamele 7 euro per jaar. Ter vergelijking: nu levert dat nog honderden euro’s op.
Maar, het net raakt op zonnige dagen overbelast door al die teruggeleverde stroom. Leveranciers moeten die energie vaak tegen bodemprijzen verkopen, of zelfs betalen om ervan af te komen. Om dat verlies te dekken, rekenen ze sinds een jaar terugleverkosten, die soms hoger zijn dan de vergoeding zelf. Sommige experts waarschuwen dat je vanaf 2027 zelfs geld kunt verliezen door terug te leveren, zeker als je veel opwekt.
De truc is om je eigen stroom zo veel mogelijk zelf te gebruiken. Zet bijvoorbeeld de wasmachine of vaatwasser aan als de zon schijnt, of laad een elektrische auto op. Een thuisbatterij kan ook helpen: die slaat je stroom op voor later, maar kost al gauw duizenden euro’s. Een goedkoper alternatief is een zonnestroomboiler, die je overtollige energie omzet in warm water. Overstappen naar een dynamisch contract is een andere optie – dan betaal je geen terugleverkosten en krijg je de marktprijs, al vraagt dat wel wat planning.